Ook in 2019 conformeren we ons aan het meest recent vastgestelde beleid omtrent verwijzingen, zoals vastgelegd in de 'Afspraken verwijzing Geestelijke Gezondheidszorg', gepubliceerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Voor 2019 geldt , net als in 2018, in aanvulling op bovenstaande afspraken dat, naast de huisarts, behandelend medisch specialist en regiebehandelaar, de volgende specialismen mogen verwijzen naar de GBGGZ of SGGZ:
- Arts Maatschappij en Gezondheid
- Specialist ouderengeneeskunde (alleen voor verzekerden met een CIZ-indicatie voor verblijf en behandeling en die daadwerkelijk verblijven op een plek voor verblijf en behandeling)
- Arts voor verstandelijk gehandicapten (alleen voor verzekerden met een CIZ-indicatie voor verblijf en behandeling en die daadwerkelijk verblijven op een plek voor verblijf en behandeling)
De huisarts is binnen het Nederlandse bestel de eerst aangewezene om de individuele burger van medische zorg te voorzien. Tevens fungeert de huisarts als poortwachter en coördinator t.a.v. de overige medische zorg. In die hoedanigheid wordt van de huisarts t.a.v. de GGZ een transparant, “matched care” verwijsbeleid verwacht (i.e. verwijzing naar GBGGZ waar dat kan en naar de SGGZ waar dat moet). Van de huisarts wordt daarbij verwacht dat in de verwijzing, naast de verwijsvraag, aangegeven wordt dat er sprake is van een (vermoede) DSM-5 stoornis, alsmede of het een verwijzing naar GBGGZ of SGGZ betreft. Op basis van een stringente verwijzing met het vermoeden dat er sprake is van een DSM-5 stoornis, wordt binnen de GBGGZ of SGGZ een vertaling gemaakt naar een gepast zorgaanbod.