Er is nu soms te weinig plaats voor ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Bijvoorbeeld omdat ze moeten revalideren na een operatie. Olivier van Noort van Menzis vertelt hoe het zit. "Het begint met goede samenwerking tussen alle zorgaanbieders."
Het tekort aan deze tijdelijke plaatsen geldt bijvoorbeeld voor senioren die een operatie hebben ondergaan. Ze liggen in het ziekenhuis, zijn aan het herstellen en hebben intensieve verzorging nodig. En dat kan niet thuis, bijvoorbeeld omdat de oudere alleen woont of omdat de zorg te zwaar is voor de partner.
Uit nood blijven ze dan toch in het ziekenhuis. Dat is duur en lastig voor deze organisaties, omdat ze de bedden hard nodig hebben voor patiënten, die niet buiten het ziekenhuis geholpen kunnen worden.
Vraag naar tijdelijke bedden fors gestegen
Olivier van Noort, senior inkoper bij Menzis, erkent het tekort aan deze zogenoemde tijdelijke ELV-bedden (ELV staat voor eerstelijnsverblijf) in de verpleeghuizen. Waarom is dat tekort er eigenlijk?
De vraag naar de tijdelijke ELV-bedden is de laatste jaren fors gestegen. Deels omdat ouderen langer zelfstandig blijven wonen en later naar het verpleeghuis gaan. Maar de vraag stijgt ook omdat een ELV-bed makkelijker is te regelen dan een zogenoemd crisisbed.
Het regelen van een crisisbed is ingewikkelder en kost meer tijd. Denk aan de aanvraag van een indicatie voor de zorg via het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het vragen van toestemming aan de kinderen voor deze aanvraag. Daarom kiezen huisarts en patiënt sneller voor een ELV-bed.
En dat is dus niet altijd de beste oplossing voor de patiënt. Een voorbeeld. Een oudere is net aan zijn heup geopereerd en moet naar een instelling om te revalideren, maar komt op een ELV-bed waar hij geen intensieve revalidatie kan krijgen.
Menzis werkt aan oplossing
Achter de schermen werkt Menzis hard om dit soort situaties te voorkomen. Olivier van Noort:
Allereerst kijken we hoe we de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk kunnen benutten. Daarnaast worden er mogelijk in juni afspraken gemaakt met zorgaanbieders voor extra bedden.
Olivier van Noort ziet nog een lastig punt: het is voor de huisarts niet altijd eenvoudig om snel de juiste indicatie te stellen. Wat heeft de patiënt nodig? Een tijdelijk ELV-bed? Revalidatie? Of langdurige zorg in een verpleeghuis of verzorgingstehuis?
Daarnaast is het belangrijk dat informatie over de zorg voor de patiënt goed wordt vastgelegd en gedeeld. Zorgaanbieders weten dan van elkaar wat ze doen en kunnen zo de juiste beslissing nemen.
Om te bepalen waar een patiënt terecht kan, zijn er landelijke richtlijnen. Maar die blijken niet altijd voldoende. Zo komen er dus patiënten op plekken waar ze niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Daarom is Menzis in gesprek met zorgaanbieders in Twente, om de onderlinge samenwerking te verbeteren.
En om samen te kijken wat nu precies de knelpunten zijn. Veel zorgaanbieders geven aan dat ze eigenlijk een week nodig hebben om te bepalen waar een patiënt het beste op z’n plek is. Die tijd is er nu niet. We hebben inmiddels gesproken over de opzet van een observatieafdeling, zodat artsen veel beter kunnen beoordelen waar de patiënt het beste af is: in een ELV-bed, bij revalidatie of bij langdurige zorg. Zo’n observatieafdeling lijkt mij een goede oplossing, als onderdeel van een pakket slimme afspraken. Mogelijk starten we dit jaar nog een proef met de observatieafdeling.