Maaike Fischer-Nugteren

strategisch adviseur gezondheidsmanagement
maandag 28 juni 2021

5 misverstanden over RSI

In Nederland komt maar liefst 11 procent van de totale verzuimduur voor rekening van RSI-klachten. Al is RSI inmiddels een verouderde term en spreken professionals liever van KANS, oftewel: klachten aan arm, nek en/of schouder. Toch zijn er nog veel onduidelijkheden over. We zetten ze voor u op een rij.


KANS is een verzamelnaam voor klachten die voorkomen in bovenrug, nek- en schoudergebied, armen, ellenbogen, polsen, handen en vingers. De klachten worden veroorzaakt door repeterende bewegingen en of een langdurige statische niet-ergonomische houding. Verder kan stress – door werkdruk of persoonlijke spanningen – bijdragen aan het ontstaan van de klachten. KANS klachten kenmerken zich door pijn, een doof gevoel of tintelingen. De klachten duren langer dan 6 weken en verergeren door de repeterende werkzaamheden waardoor ze zijn ontstaan. Menzis helpt om uw medewerkers fit en duurzaam inzetbaar te houden. Maar eerst willen we 5 misverstanden over nek- en schouderklachten uit de wereld helpen.

Misverstand 1: RSI of KANS is een modeziekte

Er wordt weleens gezegd dat RSI een modeziekte is, maar niets is minder waar. Van de Nederlandse beroepsbevolking heeft zo’n 25 procent op enig moment last van RSI-gerelateerde klachten, een getal dat al 20 jaar constant is, los van ‘de mode’ (RSI Vereniging). Om de negatieve associatie met RSI als modeziekte te vermijden, werd in 2011 de term KANS bedacht, wat Klachten Arm, Nek en of Schouder betekent. KANS is bij artsen en behandelaars in Nederland inmiddels een bekend begrip. Maar onder werkgevers en medewerkers (en internationaal) is RSI nog steeds een veel gebruikte term. De betekenis van beide termen overlapt grotendeels, maar er zijn ook verschillen. RSI is het gevolg van werkzaamheden, maar bij KANS hoeft dat niet het geval te zijn; onder KANS vallen ook sportblessures.

Misverstand 2: KANS ontstaat door computerwerk

RSI is bekend geworden door de muisarm. Veel beeldschermwerkers kregen klachten aan de armen, door het intensief gebruik van de muis. Daarom denken we bij RSI meteen aan beeldschermwerkers (waarvan er tegenwoordig nu eenmaal veel zijn), maar de aandoening komt voor bij schoonmakers, lassers, musici, inpakkers, kappers, slagers en nog veel meer beroepsgroepen. De bouwnijverheid kent de hoogste percentages. Kortom, iedereen die repeterende bewegingen maakt met armen en of handen, heeft een verhoogd risico om KANS klachten te krijgen.

Misverstand 3: van KANS kom je nooit meer af

Zo’n 9 procent van de beroepsziektemeldingen bij RSI leidt tot blijvende (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. De meeste mensen met RSI hebben echter geen ‘levenslang’: zelfs gevorderde RSI-klachten reageren goed op behandeling. Afwisseling in lichaamshouding, ontspanning en beweging is daarbij essentieel. Vaker even een korte pauze nemen om de werkzaamheden te onderbreken, afwisselend werk, een betere lichaamshouding en ergonomische inrichting van de werkplek, en het liefst ook minder stress. Specifieke oefeningen kunnen helpen om de klachten tegen te gaan. Ook kunnen oefeningen ervoor zorgen dat RSI wordt voorkomen. Het is wél belangrijk om bij beginnende klachten alert te reageren door de huisarts, bedrijfsarts of Arboarts in te schakelen. Menzis WerkGezond kan hierbij een rol spelen (zie hierna).

Misverstand 4: De kans op arm- en nekklachten neemt toe met de leeftijd

Dat lijkt misschien logisch, maar het tegendeel is waar. Ruim 26 procent van de mensen van 25 jaar en ouder die deelnamen aan een onderzoek naar klachten en aandoeningen van het bewegingsapparaat gaf aan in het afgelopen jaar klachten van arm, nek of schouder te hebben (Arbobalans 2016). Dat blijken vooral jongeren te zijn tussen 15 en 24 jaar. Het gaat om zo’n 25 procent. Bij volwassenen tussen de 25 en 55 jaar is het 20 procent en bij werkenden tussen 55 en 64 jaar is het slechts 10 procent (bron: CBS).

Misverstand 5: KANS zit tussen de oren

Veel mensen denken dat RSI-klachten tussen de oren zit. Dit klopt niet. Het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van de UVA deed onderzoek naar de relatie met psychische klachten en constateerde dat er geen relatie is met RSI. Zo zijn mensen met RSI niet vaker depressief en lijden ze niet vaker aan een burnout dan mensen zonder RSI. Wel is er een relatie met werkstress en werkdruk. Concrete fysieke symptomen van RSI zijn onder andere pijn, stijfheid, tintelingen, een doof gevoel, uitval en zwelling. Een deel van deze klachten kan ook gemeten worden.

 

Bedrijfszorg

Menzis biedt u een compleet pakket bedrijfszorg. Onze adviseurs ondersteunen u graag met onafhankelijk advies en de juiste interventies en providers. Bijvoorbeeld over slim omgaan met fysieke belasting. Op die manier bent u volledig ontzorgt in het vervolgtraject.  

 

Bronnen

  • Feiten en cijfers RSI 2015 (RSI Vereniging)
  • Omgaan met RSI: hoe u voorkomt dat het chronisch wordt – geschreven door fysio- en ontspanningstherapeut, arbo-adviseur Jip Driehuizen & psychotherapeut Carien Karsten
  • ARBOBALANS 2016 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland
  • Ziektelast van ongunstige arbeidsomstandigheden in Nederland 2007 (RIVM Rapport 270231002/2012)
  • Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, UVA (2006)

* Nationale Social Media Onderzoek 2018

Op de website van Menzis maken we gebruik van cookies. We doen dit om te zorgen dat de website naar behoren functioneert, om het gebruiksgemak te vergroten en om onze website te verbeteren op basis van analyses. Daarnaast gebruiken we marketingcookies om content en advertenties te personaliseren en voor social media toepassingen. Gaat u akkoord? Dan geeft u Menzis toestemming voor het plaatsen van alle soorten cookies. Wilt u dit liever niet? Dan kunt u via de link “instellingen aanpassen” uw voorkeur aanpassen. Meer informatie over cookies vindt u in onze cookiepolicy.