“Kijk naar de mens, niet naar de aandoening”

Dit is hoe verpleegkundige Margreet Harbers het gesprek voert over de laatste levensfase

Palliatieve zorg verpleegkundige Margreet Harbers-Hammer vertelt hoe zij mensen helpt regie te nemen op de laatste fase van hun leven.

Hoe voer je een gesprek over de laatste fase van het leven met iemand die niet meer beter wordt? Margreet Harbers-Hammer is verpleegkundige op de geriatrische revalidatieafdeling van Carintreggeland Huis St. Elisabeth in Delden. Hier heeft ze ook de rol van palliatieve zorg verpleegkundige.

Wat is nodig om vroegtijdig in gesprek te gaan over proactieve zorgplanning?

“Het begint met vroegtijdig signaleren van verslechtering van de gezondheid. Kortademigheid, vermoeidheid, steeds meer moeite met bewegen: ik deel met mijn collega’s in het multidisciplinair overleg wat ik zie bij een cliënt. Of ik bespreek het met de behandelend arts. Als anderen ook zien dat iemand achteruitgaat, heb ik daarna vaak een voorgesprek met de cliënt of de familieleden.”

Hoe ga jij het gesprek aan met mensen over levenswensen in de palliatieve fase?

“Het begint met vragen als: ‘Wie bent u?’ Die oprechte aandacht is essentieel. Ik kijk naar de mens, niet naar de aandoening. Dat is het begin van een goede relatie en van vertrouwen. Daar hoort ook oordeelvrij luisteren bij. Vul niets in voor mensen. Erken hun situatie, bagatelliseer het niet. Erken de pijn, de zorgen. Wees empathisch en benoem dat het een moeilijke situatie is. Mensen voelen dan dat je er voor ze bent. Vanuit dat vertrouwen kun je het gesprek hebben over keuzes voor de laatste levensfase.”

Het gesprek over de laatste levensfase: wat kunt u doen?

Voor huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners heeft Margreet deze tips:

  • Leer de cliënt kennen: kijk naar de mens, niet naar de aandoening.
  • Wees eerlijk en empathisch: benoem wat je ziet, erken emoties, vermijd invullen.
  • Gebruik hulpmiddelen, zoals het Wensenboekje.
  • Neem de tijd: overhaast niets, maar blijf het onderwerp op de agenda zetten.
  • Geef uitleg over medicijnen, behandelingen en het effect op de kwaliteit van leven.

Welke hulpmiddelen gebruik jij bij gesprekken over levenswensen?

“Een middel dat ik vaak gebruik, is het Wensenboekje van Netwerken Palliatieve Zorg Twente. Dat geef ik aan de cliënt en familie. In het Wensenboekje staan vragen, tips en gedachten. Mensen vinden het fijn om die in alle rust door te nemen. Vaak ga ik een paar weken later weer in gesprek met het boekje erbij en geef ik uitleg. In gesprek ontdekken mensen welke keuzes ze kunnen maken voor een waardevolle invulling van de tijd die er nog is. Én dat het fijn is om vast te leggen wat de wens is als de gezondheidssituatie snel verslechtert.”

Wat waarderen mensen aan jouw proactieve gesprekken?

“Cliënten en familie zeggen vaak: het was goed om over de fase tot de dood te praten. Nu weet ik wat voor mij belangrijk is. Mensen ervaren het spreken over deze fase in hun leven vaak als spannend en beladen. Familieleden zijn dankbaar dat hun moeder of vader zélf keuzes heeft kunnen maken. Dat geeft rust. Zo help je als zorgverlener mensen aan regie en duidelijkheid over de laatste fase van hun leven.”

Heb jij een voorbeeld waarin het gesprek aangaan écht verschil maakte?

“Ik verzorgde een vrouw in een verpleeghuis. Zij was op haar zelfstandigheid gesteld en wilde niet nadenken over het einde van haar leven. Tijdens de zorgmomenten bracht ik het onderwerp toch af en toe ter sprake. Ik benoemde dan dat zij nu de regie kon nemen door keuzes te maken over wat voor haar in deze fase van belang was. We spraken over onderwerpen zoals reanimatie, medische behandelingen, nalatenschap en een afscheidsdienst. Uiteindelijk heeft ze samen met haar dochter haar keuzes kenbaar gemaakt. Ze zei een paar dagen voor haar overlijden: “Margreet, ik vertrouw op mijn dochter en op jou. Jullie weten wat ik wil.” Dat vertrouwen win je alleen als je vroegtijdig het gesprek aangaat. Dit is voor mij een voorbeeld van waarbij vroegtijdig het gesprek aangaan heeft geleid tot een waardige laatste fase van leven en sterven, waarbij de wensen en behoeften van de vrouw centraal stonden.”

Wat doe je als iemand nog niet wil praten over het levenseinde?

“Soms is iemand er nog niet aan toe. Dan laat ik het onderwerp even rusten. Ik vraag of ik er over een tijdje op terug mag komen. Door het onderwerp vroegtijdig en in kleine stapjes onder de aandacht te brengen, probeer ik vertrouwen te winnen. Vaak merk je dan dat mensen er toch over na gaan denken. Dat geeft ruimte om uitleg te geven over medicijnen of behandelingen en het effect daarvan op de kwaliteit van leven. Ik gun het mensen dat ze in rust goed kunnen nadenken over hun laatste fase.”

Wat kan er gebeuren als mensen niet tijdig nadenken?

“Wordt iemand getroffen door een hersenbloeding of hartinfarct, dan word je door de tijd ingehaald. En staat de familie ineens voor de vraag: ‘Pijnstilling, reanimeren: wat had vader of moeder gewild?’ Hier spelen huisartsen en wijkverpleegkundigen een belangrijke rol. Signaleer je als zorgprofessional dat iemands gezondheid langzaam achteruitgaat, dan is dat een goed moment om te beginnen mensen bewust te maken van hun levenswensen. Ik vind het van belang dat mensen hierover tijdig nadenken. Waarbij welzijn en kwaliteit van leven leidend zijn voor een waardevolle laatste levensfase.”

Wat betekent palliatieve zorg voor jou persoonlijk?

Margreet: “Palliatieve zorg is voor mij een manier van zorg om leven toe te voegen aan de dagen. Voor mij is het belangrijk dat mensen tijdig stilstaan bij de vraag: wat is voor mij welzijn en kwaliteit van leven? In mijn zorg draag ik uit dat je als mens waardevol bent, ondanks je aandoening of beperking. Ik vind het belangrijk dat mensen zélf kunnen kiezen wat nog belangrijk voor ze is. Dat is voor mij: kwaliteit van leven toevoegen aan dagen.”

Dit interview is gehouden voor de Week van de Palliatieve Zorg 2025.

Meer informatie