Het aantal verwijzingen naar de oogarts in het ziekenhuis daalt met 75% wanneer huisartsen samenwerken met optometristen. Dat is de uitkomst van twee projecten in Almelo en Haaksbergen. Zorggroep THOON wil deze nieuwe aanpak ook introduceren in Enschede, Hengelo en omstreken.
De laatste jaren komen steeds meer mensen met oogaandoeningen bij hun huisarts. En de vraag naar oogzorg zal in de komende drie jaar verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Dit komt vooral door de vergrijzing. Er is kans dat huisartsen en specialisten Oogheelkunde – aan wie al een tekort is – die toenemende stroom patiënten niet aankunnen, waardoor er wachtlijsten ontstaan.
Huisartsen verwijzen veel patiënten door naar de oogarts. Dat doet de huisarts omdat hij lang niet alle oogklachten goed kan beoordelen. Daarvoor is hij immers niet specifiek opgeleid en hij heeft er de apparatuur niet voor. Oogartsen van het Medisch Spectrum Twente en Ziekenhuisgroep Twente constateren dat veel van die verwijzingen onnodig zijn. En dat veel niet-complexe oogklachten prima behandeld kunnen worden door een gekwalificeerde optometrist.
Huisartsen ontlast
Daarom is er op twee plekken in Twente – bij de huisartsencoöperaties van Federatie Eerstelijnzorg Almelo en bij huisartsen in Haaksbergen – het initiatief genomen de samenwerking tussen huisartsen en optometristen te intensiveren. De resultaten zijn zo positief dat Zorggroep THOON ook zo’n project is gestart in Enschede en Hengelo. De huisartsen in deze regio werken nu samen met acht hbo-opgeleide optometristen, die voldoen aan de strenge eisen van de Optometristen Vereniging Nederland. De huisarts is en blijft de hoofdbehandelaar.
Monique Troost (programmamanager bij THOON) is blij met deze nieuwe vorm van oogzorg, die de huisartsen in heel Twente moet gaan ontlasten. “Inmiddels zijn 121 patiënten met niet-complexe oogklachten door de huisarts in het THOON-werkgebied doorverwezen naar de optometrist. Slechts vijftien daarvan moesten alsnog naar de oogarts. Een enorme besparing, waardoor de zorgkosten binnen de perken blijven.” Blijkt doorverwijzing naar het ziekenhuis toch nodig, dan kunnen patiënten uit die regio terecht in de Twentse ziekenhuizen.
Snel de juiste diagnose
De huisartsen juichen de nieuwe aanpak toe. Ze werkten natuurlijk al wel samen met optometristen, maar nu verwijzen ze veel sneller naar hen door, met de vraag een diagnose te stellen. Het gaat dan om niet acute visusklachten (slecht zien), verhoogde oogdruk en staar. Monique: “Huisarts en oogarts worden zo ontlast. Voor de patiënt zijn er ook voordelen. Hij kan terecht bij een optometrist die prima is opgeleid en snel de juiste diagnose stelt. De optometrist praat de huisarts bij, deelt zijn kennis, geeft advies. Dat is natuurlijk ook in het belang van de patiënt. Die krijgt gegarandeerd prima zorg. En hij hoeft geen eigen risico te betalen, omdat hij niet naar het ziekenhuis hoeft en dus ‘binnen de eerste lijn’ blijft.
De voordelen
• oogheelkundige zorg dicht bij huis
• goede zorg van een specialist: ervaren optometrist
• patiënt is bij de optometrist goedkoper uit, want geen eigen risico
• geen onnodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis
• de patiënt wordt sneller geholpen en is minder tijd kwijt
• oogarts ziet alleen patiënten die ook echt in het ziekenhuis horen
• minder verwijzingen naar het ziekenhuis betekenen lagere zorgkosten
• huisarts, optometrist en oogarts werken samen; spreken dezelfde taal tegen de patiënt
• enquête: 100% van de patiënten is tevreden met de nieuwe aanpak |
‘Direct goed geholpen’
“Ik had er zeven jaar geleden ook eens last van: zeurend pijnlijk oog. Nu kwam het weer opzetten, dus maakte ik een afspraak met mijn huisarts. Na een kort onderzoek verwees hij me door naar de optometrist: ‘die weet hier meer van dan ik’. Binnen drie dagen kon ik daar al terecht, dicht bij huis. De optometrist had allerlei apparatuur die je niet ziet bij de huisarts. Zij onderzocht me uitgebreid: bepaalde de sterkte, meette de oogdruk, stelde de diagnose. Het bleek een probleem met het traanvocht; een zalfje zou helpen. En inderdaad, ik heb geen klachten meer.”
“Dat mijn huisarts me heeft doorverwezen naar een ter zake kundig optometrist, vind ik prima. Ik kom toch het liefst bij iemand die – letterlijk – heeft doorgeleerd voor het behandelen van oogproblemen. Ik hoefde niet naar het ziekenhuis. Die aanpak zal veel zorgkosten besparen. Ook fijn: ik bleef ‘binnen de eerste lijn’ zoals ze dat zeggen, waardoor mijn eigen risico niet werd aangesproken. Niet het belangrijkste voordeel, wel mooi meegenomen.” |